Langharig kroeskopje

Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst

Langharig kroeskopje (Comatricha alta)

Comatricha alta (Langharig kroeskopje) verschilt van C. nigra, door het rijpe sporangium dat elastisch uitzet in plaats van dat het de vorm behoudt zoals C.nigra.

Als het sporangium rijp is valt het capillitium in het bovenste deel van het sporangium van de columella af en zet uit tot een lange pluim, die vaak in aangrenzende sporangia blijft hangen. Er ontstaat een soort spinrag-effect.

Sporangia in groepen, 3-6(-8) mm hoog, eivormig of kort cilindrisch, donkerbruin.
Steel meerdere malen langer dan het vruchtlichaam, zwart en ondoorschijnend, behalve aan de voet waar een aantal ondoorschijnende strengen met elkaar vervlochten zijn.
Capillitium overvloedig, bruin, aan de basis met de columella verbonden, draden vertakt en golvende lussen vormend. Aan de voet enkele vrije, opgezwollen einden.

Sporen licht lilabruin in doorvallend licht, 7.5-9 mu, met kleine ronde of ovale kiempore en bedekt met zeer kleine wratjes.

Plasmodium doorschijnend wit.
Kenmerken van het geslacht Comatricha  (Comatricha) waartoe Langharig kroeskopje behoort.

Het geslacht Comatricha bestaat uit soorten die alle karakteristieken van het geslacht Lamproderma hebben, op de blijvende sporangiumwand na, en die slechts van het geslacht Stemonitis verschillen in de minder geclusterde sporangia en het ontbreken van een glad netje op het oppervlak van het capillitium.

SPECIFICATIES - langharig_kroeskopje
familieNetpluimpje (Stemonitidicaceae)
info familieDe leden van deze familie hebben een donkergekleurde sporenmassa. Het vruchtlichaam is gesteeld. Er is altijd een capillitium.
Veel soorten hebben een columella: een soort verlengstukje van de steel dat door het vruchtlichaam loopt. Geslachten zijn:
Comatricha
Diachea
Lamproderma
Paradiachea
Stemonitopsis
Stemonitis
Stemonaria
naam langharig_kroeskopje (Comatricha alta)
waar dood hout en schors
-
kleur vruchtlichaam 3-6 (-8) mm noog, donkerbruin, eivormig of kort cilindrisch, zelden bolvormig
plasmodium doorschijnend wit
sporen sporen in doorvallend licht lilabruin, met kleine, ovale of ronde kiempore, 7.5-9 mu, bezet met zeer kleine wratjes